Welkom op misschien wel de belangrijkste pagina van Goede Groei: het overzicht van alle kamerplanten die we bespreken. Het overzicht is alfabetisch gerangschikt. Simpelweg op de afbeelding klikken en je komt op het juiste artikel terecht. Of lees na de afbeeldingen verder om meer te ontdekken over de speciale groep planten die we kamerplanten noemen.
1. Wat zijn kamerplanten?
Kamerplanten zijn sierplanten die als binnenplanten worden gehouden. Vaak zijn het planten uit een ver en exotisch buitenland, die daar gewoon als tuinplant worden gehouden. Of sterker nog, die men daar als onkruid beschouwt. Dat zijn namelijk vaak echte die-hards, die ook met een minder dan optimale verzorging nog vrolijk groeien en bloeien in de huiskamer.
Er zijn vele verschillende soorten te onderscheiden. We geven onderaan dit artikel een overzicht.
2. Korte geschiedenis: sinds wanneer hebben we eigenlijk planten binnenshuis?
Veel kamerplanten, zo niet de meeste, komen dus oorspronkelijk uit een ver buitenland. Dat doet de vraag rijzen sinds wanneer we eigenlijk kamerplanten houden. Dergelijke exotische oorden waren immers het grootste gedeelte van onze geschiedenis vrijwel onbereikbaar. En ook in de tijd van de verre ontdekkingsreizen, vanaf het begin van de vijftiende eeuw, zou het meenemen van een plantje nog geen sinecure zijn. Het duurde immers vele maanden om de wereldzeeën over te zeilen. Als ontdekkingsreizigers al op het idee zouden komen om planten mee terug te nemen, zou het niet erg waarschijnlijk zijn dat ze dat zouden overleven, laat staan dat ze in de huiskamers van de gewone Nederlander zouden belanden.
Toch is dat uiteindelijk gebeurd. Waarschijnlijk begonnen we in de Gouden Eeuw steeds vaker snijbloemen binnen te zetten. Toen de welvaart halverwege de negentiende eeuw sterk toe begon te nemen, kwamen kamerplanten zoetjesaan ook bij de gewone man in zwang.
Helaas was het aanbod toen nog zeer beperkt. Bovendien waren huiskamers toen een stuk minder gerieflijk: koud, tochtig, en vooral donker. In deze extreme omstandigheden hielden alleen sterke varens en bijvoorbeeld aspidistra’s het vol.
Later kwamen daar zoetjesaan diverse planten bij die we nu ook nog vaak terugzien: clivia’s, begonia’s, primula’s, orchideeën, en zo nog een paar. Geraniums werden ook snel populairder.
Maar het enorme aanbod dat we nu gewend zijn is echt iets zeer recents. Eigenlijk pas sinds de Tweede Wereldoorlog is het aantal verschillende planten in de tuincentra echt gaan toenemen. Veel planten zijn trouwens ook sinds die tijd eigenlijk onverminderd populair gebleven. Denk aan sansevieria, dieffenbachia, diverse palmen, yucca, dracaena, monstera, ficus en crassula. Wellicht toevallig kunnen veel van deze planten ook tientallen jaren meegaan.
En het aanbod groeit nog steeds. Logisch ook, want we kunnen steeds meer planten thuis accommoderen. De moderne woonkamer is zeer comfortabel, hoeft niet meer te worden drooggestookt, heeft grote ramen en bovendien een gelijkmatige temperatuur. Ideaal dus voor een goede groei, want je kunt er zodoende planten uit letterlijk de hele wereld in verwelkomen!
3. Soorten kamerplanten: welke moet je kiezen?
Wil je een kamerplant kopen, maar heb je last van keuzestress? Je bent niet de enige! Er is immers overweldigend veel keuze in het assortiment van tuincentra. En het aanbod van webwinkels komt daar, in snel toenemende mate, nog bovenop. Dus hoe bepaal je welke plant bij jou past?
Om je alvast een voorzetje te geven hebben we hieronder een aantal handige categorieën van kamerplanten voor je op een rijtje gezet. Afhankelijk van je omstandigheden en je voorkeuren kun je vervolgens eenvoudig een keuze maken. Wat voor soort plant kun je bijvoorbeeld overwegen als je geen groene vingers hebt, of als je vaak op vakantie gaat, of als je een erg zonnig en warm huis hebt? Bij elk van de categorieën hebben we ook een korte beschrijving gegeven, plus enkele populaire voorbeelden van planten die in die categorie vallen.
- Grote kamerplanten
- Kleine kamerplanten
- Gemakkelijke kamerplanten
- Kamerplanten voor in de schaduw en andere donkere plaatsen met weinig licht
- Kamerplanten voor in de volle zon
- Kamerplanten die weinig water vragen
- Bloeiende kamerplanten
- Groene kamerplanten
- Kamerplanten met grote bladeren
- Luchtzuiverende kamerplanten
- Hangplanten
- Vleesetende planten
- Niet-giftige planten
3.1 Grote kamerplanten
Grote kamerplanten kunnen een ruimte geheel veranderen. Ze zijn met name in kantooromgevingen gewild, omdat ze in hun eentje een anderszins strak en zakelijk interieur een frisse, groene uitstraling geven. Ze worden dan vaak gekweekt in hydrocultuur, zodat ze ook nog eens zeer onderhoudsarm zijn. In de huiskamer is het soms wat lastiger om plaats te geven aan een grote kamerplant, hoewel je er schitterende resultaten mee kunt behalen.
In deze categorie vallen tamelijk veel planten. Enkele daarvan, zoals bijvoorbeeld palmen, zijn meestal uitsluitend als grote plant beschikbaar. Voor het merendeel betreft het echter gewoon groot uitgegroeide exemplaren van planten die ook veel kleiner worden aangeboden.
Enkele voorbeelden: de meeste palmen, Alocasia (olifantsoor), Anthurium (lepelplant), Beaucarnea (olifantspoot), Clusia (varkensboom), Codiaeum (croton), Dracaena (drakenbloedboom), Fatsia (vingerplant), Ficus, Pachira (geldboom), Philodendron, Schefflera (vingerboom) en Yucca (palmlelie).
3.2 Kleine kamerplanten
Kleine kamerplanten zijn met name geschikt voor interieurs met minder vrije ruimte. Vaak gaat het dan om zeer jonge exemplaren van soorten die later erg groot kunnen worden (zoals de planten hierboven), maar idealiter zijn dit planten die klein blijven of zeer gemakkelijk klein gehouden kunnen worden.
Enkele voorbeelden: de meeste cactussen en vetplanten (vanwege hun zeer trage groei), veel soorten varens, Bromelia, Calathea, Ficus, Philodendron (klimmende soorten) en Scindapsus.
3.3 Gemakkelijke kamerplanten
De meeste kamerplanten worden gehouden omdat ze relatief gemakkelijk te verzorgen zijn, maar dat betekent nog niet dat ze voor iedereen geschikt zijn. Er zijn echter enkele soorten die ook gedijen bij een willekeurige of ronduit slechte verzorging: ze verdragen bijvoorbeeld een plaats op de radiator, kunnen wekenlang zonder water, blijven fraai op een standplaats in de tocht, hoeven nooit verpot te worden omdat ze ook een totaal verarmde, verkalkte grond tolereren, enzovoorts.
Enkele voorbeelden: Asparagus (sierasperge), Beaucarnea (olifantspoot), Chlorophytum (graslelie) en Sansevieria (vrouwentongen).
3.4 Kamerplanten voor in de schaduw en andere donkere plaatsen met weinig licht
Binnenshuis zijn er altijd wel plaatsen waar nooit direct zonlicht valt, of waar het zelfs ronduit beschaduwd is. Gelukkig voor de huiskamertuinier is dat in de natuur net zo. Veel planten groeien van nature bijvoorbeeld op de tropische of subtropische bosbodem, waar het zeer donker kan zijn. Deze soorten doen het prima op donkere plekken, en soms zelfs beter dan wanneer je ze in het licht zou zetten.
Enkele voorbeelden: veel soorten varens, Aspidistra (kwartjesplant), Ficus, Hedera helix (klimop), Monstera (gatenplant), Philodendron en Soleirolia (slaapkamergeluk).
3.5 Kamerplanten voor in de volle zon
Een standplaats op een vensterbank op het zuiden is voor veel kamerplanten lastig te verdragen. Achter glas wordt het al snel erg heet, zeker als er onder de vensterbank een radiator staat. Bovendien beschadigt felle, directe zon de bladeren van vele soorten.
Er zijn echter ook kamerplanten die juist dergelijke extreme omstandigheden prefereren. Typisch groeien die in woestijnen rond de evenaar, waar de zon nog veel feller kan schijnen.
Enkele voorbeelden: de meeste cactussen en vetplanten (vooral dikbladige soorten).
3.6 Kamerplanten die weinig water vragen
Wellicht de meest algemene fout bij de verzorging van kamerplanten is onjuist water geven. Te veel water kan voor veel soorten planten nadelig zijn, maar voor te weinig geven geldt dat net zo, en bovendien komt het een stuk vaker voor. Het is immers ook zo gebeurd: je bent bijvoorbeeld even op vakantie, of gewoon vergeten water te geven.
Er bestaan gelukkig veel kamerplanten die daar geen enkele moeite mee hebben. Gewoonlijk zijn dat planten die zeer weinig water nodig hebben, maar het omgekeerde kan ook. Een plant die zoveel water nodig heeft dat hij voortdurend in een bak met water mag staan hoef je immers slechts zelden water te geven. Althans, als je die bak flink groot maakt.
Enkele voorbeelden: de meeste cactussen en vetplanten, Beaucarnea (olifantspoot), Chlorophytum (graslelie), Cyperus (parapluplant), Papyrus en Zamioculcas (emerald palm).
3.7 Bloeiende kamerplanten
Hoewel vrijwel alle kamerplanten kunnen bloeien (eigenlijk enkel varens zijn uitgezonderd, die produceren immers sporen), doen veel soorten dat op een onopvallende manier, of pas op een leeftijd of grootte die in binnenshuis zelden wordt bereikt, of überhaupt niet in de huiskamer.
Daarentegen zijn er ook veel planten die vaak en gemakkelijk bloeien in de huiskamer. Deze bloeiende kamerplanten zijn daarom zeer in trek. Het is een diverse groep. Sommige bloeiende kamerplanten zijn heel gemakkelijk te verzorgen, terwijl anderen in de praktijk worden aangeboden als veredelde snijbloem, omdat ze eenmaal thuis niet meer in bloei te krijgen zijn en dan ook snel worden weggegooid.
Enkele voorbeelden: orchideeën, Anthurium (lepelplant), Bromelia, Campanula (klokje), Euphorbia pulcherrima (Kerstster), Santpaulia (Kaaps viooltje), Schlumbergera (lidcactus), Spathiphyllum (lepelplant) en Vriesea.
3.8 Groene kamerplanten
De meeste groene kamerplanten zijn typische bladplanten. Deze soorten geven een fraai maar niet te uitgesproken kleuraccent en passen daardoor vaak ook bij strakke, moderne interieurs en in de zakelijke omgeving. Veel groene kamerplanten kunnen behoorlijk groot worden, maar er zijn ook klein blijvende soorten.
Enkele voorbeelden: de meeste palmen en varens, Alocasia (olifantsoor), Cyperus (parapluplant), Ficus, Pachira (geldboom), Papyrus, Philodendron, Polyscias (aralia), Sparmannia (kamerlinde) en Zamioculcas (emerald palm).
3.9 Kamerplanten met grote bladeren
Een steeds populairdere soort is de kamerplant met grote bladeren. Het is niet altijd eenvoudig om deze een plaats te geven, omdat ze vaak breder dan hoog zijn, maar je kunt er tegelijkertijd ook erg fraaie effecten mee bereiken. Grootbladige planten worden daarom regelmatig toegepast door interieurontwerpers om echt een statement te maken.
Enkele voorbeelden: Alocasia (olifantsoor), Ficus lyrata (vioolbladplant), Musa (banaan), Philodendron en Strelitzia (paradijsvogelplant).
3.10 Luchtzuiverende kamerplanten
Er is de laatste jaren steeds meer aandacht voor het belang van een goede luchtkwaliteit binnenshuis. Het helpt met je concentratie, maar ook met je gezondheid, zeker als je last hebt van astmatische klachten of COPD. Helaas is een goede luchtkwaliteit beslist niet vanzelfsprekend. Veel meubilair geeft namelijk giftige stoffen af, zoals formaldehyde. En je verbruikt zelf natuurlijk zuurstof, en vervolgens adem je in de plaats daarvan steeds meer schadelijk CO₂-gas uit.
Gelukkig doen planten precies het omgekeerde: terwijl ze groeien, zorgen ze vanzelf voor een zuurstofrijke omgeving. Ook geven ze veel vocht af, waardoor je minder snel van die vervelend droge lucht krijgt als je de kachel aanhebt. En ze kunnen bovendien tal van schadelijke stoffen opnemen. Sommige planten zijn zelfs zo effectief in het zuiveren van de lucht – terwijl ze tegelijkertijd uitstekend gedijen in omgevingen met een slechte luchtkwaliteit – dat ze speciaal om die reden worden aangekocht.
Enkele voorbeelden: Anturium (flamingoplant), Dracaena marginata (drakenbloedboom), Fatsia (vingerplant) Sansevieria (vrouwentongen) en Spathiphyllum (lepelplant).
3.11 Hangplanten
De meeste planten groeien naar boven, richting de zon. Maar er zijn ook heel wat kamerplanten die dat juist niet doen en gaan hangen als ze de kans krijgen. Denk bijvoorbeeld aan klimplanten – mits je de steun weglaat – en bodembedekkers. Zo’n hangende plant kan erg leuke effecten geven, bijvoorbeeld als je ‘m bovenop een kast zet: dan zie je de plant immers alsnog.
Enkele voorbeelden: Chlorophytum (graslelie), Cotyledon, Hedera helix (klimop), Pilea, Rhipsalis (rotskoraal), Schlumbergera (lidcactus), Soleirolia (slaapkamergeluk) en Tradescantia (vaderplant).
3.12 Vleesetende planten
De meeste planten zijn strikt vegetarisch: ze doen letterlijk nog geen vlieg kwaad en halen hun voedingsstoffen braaf uit de grond. Maar er bestaan ook kamerplanten die het net even wat anders aanpakken. Zij vinden insecten en andere kleine dieren niet te versmaden en zijn soms zelfs voor een goede groei grotendeels afhankelijk van dergelijke hapjes. Er zijn zelfs enkele soorten die daarbij bewegen. Ronduit spectaculair dus! Dat verklaart ook waarom vleesetende kamerplanten zo populair zijn, ook al zijn ze vaak behoorlijk veeleisend in de verzorging.
Enkele voorbeelden: Dionaea muscipula (venusvliegenval), Drosera (zonnedauw), Nepenthes (bekerplant) en Sarracenia (trompetbekerplant).
3.12 Niet-giftige planten
Vleesetende planten gaan actief in de aanval om hun prooien op te kunnen eten. Maar er zijn ook planten die zich juist proberen te beschermen, om te voorkomen dat ze zelf worden opgegeten. Daarvoor hebben ze bijvoorbeeld stekels of doorns. Of ze zijn giftig. Veel algemene kamerplanten zijn ook voor mensen (zeer) giftig. Dat hoeft geen probleem te zijn, en dat is het vaak ook niet, maar met kleine kinderen en/of huisdieren in de buurt wil je wellicht toch maar liever het zekere voor het onzekere nemen. Gelukkig bestaan er ook tal van aantrekkelijke kamerplanten die in principe helemaal eetbaar zijn. Of ze daarbij ook lekker zouden smaken kunnen we overigens niet garanderen!
Helaas kunnen we je geen concrete voorbeelden geven van niet-giftige kamerplanten. Naar ons weten is er maar zelden goed onderzoek gedaan naar de giftigheid van kamerplanten. Het is eigenlijk precies het omgekeerde: van sommige planten is het goed bekend dat ze giftig zijn. Van de rest is er dan vaak niets bekend. En dan kun je er mogelijk ook nog een allergie tegen hebben. Neem een groente als bleekselderij of een nootje als de pinda; beide zijn een stukje van een plant en beide zijn voor heel veel mensen volstrekt veilig, maar helaas geldt niet voor iedereen.
Daarom vermelden we bij het onze beschrijvingen van kamerplanten zoveel mogelijk, als dat bekend is, dat ze giftig zijn. Dan weet je in elk geval zeker dat je er niet aan moet gaan knabbelen. Maar het omgekeerde, een harde garantie dat bepaalde planten veilig zijn, gaat helaas net te ver. Een dergelijke uitspraak kan namelijk eenvoudigweg niet met zekerheid worden gedaan. Daarom willen we je dringend adviseren om toch gewoon altijd goed te blijven opletten met kinderen of huisdieren in de buurt.
Enkele voorbeelden van kamerplanten die beslist wel giftig zijn en die je dus echt buiten bereik van kleine kinderen en huisdieren moet plaatsen: Adenium obesum (woestijnroos), Anthurium (flamingoplant), Codiaeum (croton of wonderstruik), Colchicum (herfsttijloos), Dieffenbachia, Euphorbia (wolfsmelk), Ficus benjamina (treurwaringin), Gloriosa superba (prachtlelie of klimlelie), Hedera helix (klimop), Hydrangea (hortensia), Monstera (gatenplant), Narcissus (narcis), Philodendron en Solanum pseudocapsicum (oranjeboompje).
Op dit artikel rust auteursrecht. Zonder onze toestemming is overnemen verboden.