
Aglaonema of Chinese Evergreen is een fraaie kamerplant die vooral populair is vanwege zijn vaak felgekleurde bladeren. Hoe zorg je bij aglaonema’s voor een goede groei, waar kun je deze kamerplanten kopen en waar moet je dan op letten? Dat en meer bespreken we in dit artikel in vier punten:
- Inleiding: wat is Aglaonema voor plant?
- Verzorging Aglaonema
- Aglaonema kopen: waar moet je op letten en waar kan het?
- Reacties (14)
1. Inleiding: wat is Aglaonema voor plant?

Aglaonema is een geslacht van bodembedekkende bladplanten uit de aronskelkfamilie. Hoe de natuurlijke omgeving van Aglaonema er precies uitziet, hoe deze kamerplant daar groeit en welke verschillende soorten er allemaal zijn, bespreken we hieronder uitgebreid.
1.1 Habitat
Aglaonema’s komen van oorsprong uit tropisch Zuidoost-Azië. Het verspreidingsgebied van de in totaal enkele tientallen verschillende soorten strekt zich uit vanaf het westen van China tot het noordoosten van India, en vanaf Bangladesh en Myanmar tot aan de Filippijnen, Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea.
De planten groeien daar bij voorkeur op de vochtige bosbodem in het tropisch regenwoud. De er bovenuit torenende, nauw in elkaar vervlochten tropische woudreuzen vangen praktisch ieder streepje zonlicht af, waardoor aglaonema’s in de natuur eigenlijk altijd in het schemerdonker staan. Vandaar ook dat ze in onze streken genoegen nemen met een plaats die een paar meter van het raam ligt. En dat terwijl de Nederlandse zon op zichzelf al vele malen minder krachtig is dan de tropenzon.
1.2 Groeiwijze

Aglaonema is een typische bodembedekker. Als ze in de natuur de vrije ruimte krijgen, kunnen ze een hecht tapijt van meters in het vierkant vormen. Over het algemeen blijven de planten laag. Ze vormen geen of slechts een kort stammetje en de bladeren, die aan een centrale rozet ontspringen, blijven doorgaans tamelijk bescheiden. De grootste aglaonemasoorten worden tot ongeveer één meter hoog.
Dat wil echter niet zeggend dat deze planten onopvallend zijn, want ook in de natuur worden aglaonemabladeren gekenmerkt door aantrekkelijke patronen in felle kleuren. Eigenlijk is alleen Aglaonema modestum effen groen. (Modestum is Latijn voor ‘bescheiden’.) Daardoor is echter juist weer fraai zichtbaar dat de bladeren aantrekkelijk verdiepte nerven hebben. Zie voor meer informatie over de verschillende aglaonema’s het kopje Soorten hieronder.
De bladeren zijn meestal langwerpig ovaalrond. Sommige soorten hebben een relatief lange bladsteel, maar dat is niet heel gebruikelijk. De eventuele stammetjes zijn vaak vrij dun en slap, niet of slechts weinig vertakt; vaak gaan ze op enig moment min of meer kruipen onder het gewicht van het loof.
De over het algemeen weinig opvallende bloemen verschijnen eigenlijk vrij zelden, doorgaans alleen aan oudere planten en op onregelmatig momenten door het jaar. Ze zitten meestal verborgen tussen de bladeren. Na de bloei kunnen zich felgekleurde besjes vormen. Zie ook het kopje Bloeiwijze verderop in dit artikel.
De planten vormen vrij dikke, vlezige wortels, die meestal nogal oppervlakkig zijn. Ondergronds zie je daarnaast ook goed waarom aglaonema’s niet zo vaak bloeien. Hun normale manier van voortplanten is namelijk veel productiever en effectiever: via worteluitlopers. Let dus op met de breedte van de pot waar je ze in plaatst, want uiteindelijk vult een aglaonema hem helemaal. Zie ook het kopje Verpotten verderop in dit artikel.
1.3 Soorten

Zoals we in ons hoofdartikel over kamerplanten uitgebreider bepreken, is het houden van kamerplanten eigenlijk pas vanaf halverwege de negentiende eeuw opgang gaan maken in onze streken. Aglaonema was daar relatief vroeg bij, want al in 1885 werd hij opgenomen in de collectie van de Kew Gardens in Engeland. De Verenigde Staten volgden iets later. In de jaren 1930 was de plant in Florida uitgegroeid tot een ware hype en werden er in hoog tempo nieuwe cultivars ontwikkeld. Nog altijd is Florida trouwens de wereldwijde hot spot in dat opzicht.
In de landen van oorsprong is Aglaonema echter al veel langer in cultuur. In China en andere Aziatische landen is hij al eeuwenlang bekend als kamerplant, en zijn er ook al die tijd al kwekers die nieuwe kruisingen ontwikkelen. (Vandaar ook de algemene Engelse naam, die ook in Nederland opgeld doet, Chinese Evergreen, Chinees altijdgroen.) Tel daarbij op dat het assortiment aan verschillende planten in de natuur om te beginnen altijd al vrij reusachtig was – nog steeds worden er nieuwe soorten ontdekt! – en je begrijpt dat een volledige beschrijving van het tegenwoordige aanbod van soorten en cultivars een heel eigen artikel, zo niet een compleet boekwerk behoeft.
Om toch een beeld te geven van het assortiment geven we hieronder een korte opsomming van een aantal soorten die nu in de handel zijn, met een beknopte beschrijving en een foto ter illustratie per soort.

Aglaonema commutatum: de bekendste soort. Laagblijvend, met 15 tot 30 centimeter lange, lancetvormige bladeren die vlak bij de grond ontspringen. Oudere planten kunnen een tot ongeveer ‘n halve meter hoog stammetje ontwikkelen. Ze vertakken zelden. De donkergroene bladeren van A. commutatum hebben een aantrekkelijke tekening van zilvergrijze vlekken.

A. costatum: wat kleiner, met bredere, ovaalronde bladeren en korte, vaak vertakte stammetjes. De witte tot geelachtige vlekken zijn onregelmatig, vooral langs de wit gekleurde middennerf.

A. marantifolium: vrij spitse, stevige bladeren met brede witte vlekken of banden langs de nerven. De bladeren ontspringen direct vanuit de grond, zonder stammetje. Om een aardig beeld te krijgen van de natuurlijke variatie van aglaonema’s: vergelijk eens de foto hierboven met de foto van een andere A. marantifolium bij het kopje Groeiwijze eerder in dit artikel.

A. modestum: egaalgroene bladeren met opvallende dikke nerven, ovaalrond van vorm en 15 tot 25 centimeter lang. Deze soort heeft relatief lange bladstelen, die hem een wat opener uiterlijk geven. Ze vormen vrij dikke, rechtopgaande stammetjes, tot een halve meter hoog. Omdat de bladeren niet gevariegeerd (bont) zijn, is het eigenlijk de saaiste soort Aglaonema die je kunt kopen. Daar staat echter tegenover dat het ook duidelijk de hardste soort is, die het meest verdraagt in de huiskamercultuur. Daarom wordt A. modestum vaak gebruikt om bonte soorten mee te hybridiseren.

A. pictum: een zeer fraaie, kleinblijvende soort met smalle, tot 20 centimeter lange bladeren aan vaak vertakkende korte stammetjes. De bladeren hebben vanuit de middennerf ontspringende scherp afgetekende vlekken, afwisselend geel- tot grijsgroen en zilverwit, op een donkergroene achtergrond, in een soort leger- of camouflagepatroon.

A. rotundum: de bladeren zijn als die van A. marantifolium, vrij spits met grote witte vlekken langs de nerven, maar A. rotundum vormt wel stammetjes.
Naast deze soorten zelf is er ook nog een enorm aanbod van kweekvormen en hybrides. Vaak is daarvan niet bekend (en, als je de botanische literatuur erop naslaat, zelfs ook nooit meer te achterhalen), uit welke soorten ze zijn ontstaan. Een niet al te kleine selectie:
- Aglaonema ‘B.J. Freedman’ (ook: A. ‘Freedman’): vrij grote bladeren en zeer grote lichtgroene vlekken; alleen langs de buitenste randen en de nerven zie je de eigenlijke diepgroene bladkleur nog terug. Deze variëteit vormt uiteindelijk korte stammetjes. Zie ook de afbeelding aan het begin van deze paragraaf over Soorten.
- A. ‘Bidadari’: een vrij kleine, zeer decoratieve soort met korte stammetjes, ronde bladeren, lichtroze bladstelen en bleek- tot felroze vlekken op de bladeren, die zo groot kunnen zijn dat alleen aan de uiterste buitenkant van het blad nog wat groen te zien is. Zie voor een afbeelding het kopje Verzorging verderop in dit artikel.
- A. ‘Crete’: als A. ‘Bidadari’, alleen zit het roze gedeelte op de bladeren juist langs de nerven en de buitenrand. Zie voor een afbeelding het kopje Voeding verderop in dit artikel.
- A. ‘Cutlass’: als A. rotundum, maar de bladeren zijn nog wat spitser en door het wit zit wat geel.
- A. ‘Green Sun’: vrij groot, met korte stammetjes en brede, ovaalronde bladeren. De nerven en bladstelen zijn opvallend helderwit.
- A. ‘Green Light’: als A. ‘Green Sun’, maar het wit is eerder groengeel en de blekken op de bladeren zijn wat minder scherp afgetekend.
- A. ‘Jubilee’: als A. marantifolium, maar met wat meer (diep)groene plekken op het blad.
- A. ‘Key Lime’: als A. ‘Green Sun’, maar de nerven zijn minder scherp afgetekend.
- A. ‘King of Siam’: als A. ‘Crete’, met wat roodpaars door het roze.
- A. ‘Lady Valentine’: vrij klein, met korte stammetjes en ovaalronde bladeren. Aan de binnenkant van het blad zitten grote roze vlekken, die opvallend contrasteren met het spaarzame groen dat nog overblijft. Zie voor een afbeelding het kopje Ziektes en plagen verderop in dit artikel.
- A. ‘Maria’: als A. commutatum, met iets spitser blad. Er is ook een kleinblijvende vorm: A. ‘Maria Compact’.
- A. ‘Maria Christina’: als A. commutatum. Zie voor een afbeelding het kopje Temperatuureisen verderop in dit artikel.
- A. ‘Pink Splash’: als A. ‘Lady Valentine’, met een meer vaalroze tint. Zie voor een afbeelding het kopje Standplaats verderop in dit artikel.
- A. ‘Silver Bay’: als A. ‘B.J. Freedman’, met iets meer groen op het blad.
- A. ‘Silver King’ (ook: A. ‘Silverking’): als A. rotundum.
- A. ‘Silver Moon’: qua vorm hetzelfde als A. ‘Silver Bay’, maar in plaats van her en der vlekken is de binnenste helft zilverwit, met uitwaaierende randen en daaromheen groen.
- A. ‘Silver Queen’: als als A. marantifolium, met een lichte neiging tot stamvorming. Zie voor een afbeelding het kopje Snoeien verderop in dit artikel.
- A. ‘Splash’: met veel diepgroen op het blad, als A. commutatum.
- A. ‘Stripes’: spitse bladeren met afwisselend zilverwitte en lichtgroene banen.
- A. ‘Tricolor’: als A. pictum.
De verzorging van deze kweekvormen verschilt onderling niet voldoende om een aparte omschrijving daarvan op te nemen in ons artikel. Het enige belangrijke aandachtspunt ten opzichte van de tips die we bij het kopje Verzorging hieronder geven, is dat bonte soorten iets meer licht behoeven. Voor het overige zijn de meest extreem gekleurde kweekvormen typisch het resultaat van een zodanig lange veredeling dat ze een stuk sterker zijn dan de wilde soorten uit de natuur. Dat betekent dat je de onderstaande tips in de huiskamercultuur juist wat minder strikt hoeft na te volgen om de plant toch tevreden te houden.
2. Verzorging Aglaonema

Als je sommige verkopers moet geloven, zijn aglaonema’s zo ongeveer de gemakkelijkste planten op aarde. Dat is in onze ervaring niet helemaal juist. Maar met een beetje aandacht zijn dit dankbare kamerplanten, die je voor een goede verzorging belonen met een schitterende bladerpracht. De verschillende aandachtspunten die erbij komen kijken om bij deze planten te zorgen voor een goede groei, bespreken we hieronder.
2.1 Water geven
Zoals alle tropische bladplanten houden aglaonema’s wel van een slokje. Zeker ’s zomers, als het warm is, mag je met gulle hand gieten. Zorg er alleen wel voor dat ze niet met natte voeten staan; verder hebben ze graag altijd (licht) vochtige aarde. Laat de potgrond dus niet uitdrogen.
In de winter wat minder gieten. Ze groeien dan ook niet echt meer.
Als je het echt goed wilt doen, geef je altijd lauwwarm water, dat onthard is (gekookt), of regenwater. Maar ook op kalkrijk water zal een aglaonema het lang uithouden.
2.2 Temperatuureisen

Aglaonema’s houden niet van koude tocht of van plotselinge temperatuursveranderingen. Zet ze daarom niet net naast een deur. Idealiter is de temperatuur altijd minimaal 15 graden en liefst niet veel hoger dan 25 graden, al zal dat laatste in de Nederlandse huiskamer (gelukkig) zelden een probleem zijn.
Net zoals andere echt tropische plantensoorten kent Aglaonema geen seizoenen in de natuur, dus ook in onze huiskamers verlangt hij ’s winters dezelfde temperaturen als ’s zomers.
2.3 Standplaats

De tropische bosbodem, waar aglaonema’s van nature voorkomen, is een heel andere omgeving dan de Nederlandse huiskamer. Toch doen deze planten het hier opmerkelijk goed. Dat komt niet alleen doordat veredelaars al heel lang bezig zijn om sterkere soorten te kweken, maar ook doordat de lichtbehoefte van planten in de praktijk een zeer belangrijk, ofschoon vaak onderschat, aspect van de verzorging is.
De Nederlandse zon is namelijk véél minder fel dan de zon rond de evenaar, waar talrijke tropische bladplanten, maar ook bijvoorbeeld tal van cactussen, oorspronkelijk vandaan komen. Onze warme zomerzon voelt, als je de tropenzon gewend bent, aan zoals een bleek, kil winterzonnetje voor ons voelt. En daarbij moeten we natuurlijk ook nog opmerken dat er rond de evenaar nooit sprake is van een winterzon – het is daar in feite altijd het warme seizoen, met een maximale zonkracht.
Dus voor veel kamerplanten is het flink wennen. Maar aglaonema’s vinden de zon hier fel. Een plaats in direct zonlicht is niet te verkiezen; beter is een plaats enkele meters van het raam. Dat komt doordat de tropische bosbodem opmerkelijk donker is. Veel tropische boomsoorten zijn zestig tot zelfs tachtig meter hoog – twee à drie keer zo hoog als de bomen in het Nederlandse bos – en daarbij groeien ze zeer dicht op elkaar. Wat lager zit een eveneens zeer dichte onderbegroeiing, die concurreert om elk streepje licht. Dus onderaan de vegetatielaag vind je alleen nog maar gespecialiseerde planten die slechts zeer weinig licht nodig hebben om te overleven.
Aglaonema’s zijn van die planten. Hun geringe lichtbehoefte onderscheidt ze van tal van populaire kamerplanten, die wel kunnen overleven maar niet goed kunnen groeien op meer dan een meter van een raam. Het enige wat je juist niet moet doen, is je aglaonema in direct zonlicht zetten. Voor de rest is iedere plek goed: bovenop een kast, meters ver van het raam, enzovoorts.
Nou ja, en je moet ze ook niet direct naast een radiator plaatsen. Het blijven tropische planten, en daarvoor geldt: hoe hoger de luchtvochtigheid, hoe beter. Gelukkig zijn veel moderne Aglaonema-kweekvormen zo ver doorontwikkeld dat dit niet meer echt belangrijk is. Mocht je toch zien dat je plant last heeft van een te lage luchtvochtigheid – bruine bladpuntjes, in ernstige gevallen spint – dan is er een beproefde methode om de luchtvochtigheid lokaal te verhogen. Neem een grote waterschaal, zet daarin omgekeerd een kleinere waterschaal en daarop de pot met je aglaonema. Giet vervolgens een laagje water in de onderste waterschaal, zo dat het de pot net niet raakt.
2.4 Voeding

Onder optimale omstandigheden kunnen deze kamerplanten aardig hard groeien. In de huiskamer zal het groeitempo gewoonlijk echter een stuk lager liggen. Bovendien houden aglaonema’s niet van overtollige zouten in de bodem. Geef ze daarom in het groeiseizoen niet vaker dan elke paar weken een verdunde dosis vloeibare plantenvoeding om de groei te ondersteunen, en houd in de winter op met bijvoeden om spichtige uitgroei en verbrande wortels te voorkomen.
2.5 Verpotten
Vanwege hun tamelijk bescheiden groeitempo hoef je aglaonema’s hooguit elke twee of drie jaar te verpotten. Gebruik het liefste een goed doorlatende, humusrijke potgrond, zoals speciale anthuriumpotgrond. Mocht je dat niet voorhanden hebben dan voldoet een standaardpotgrondmengsel meestal ook prima.
Aglaonema’s houden niet erg van verstoringen in de bodem, dus kies een moment dat ze net aan de groei zijn om te verpotten, zoals de lente.
Deze kamerplanten wortelen oppervlakkig en breed. Kies dus het liefste een niet te diepe pot, want daarmee heb je kans op langdurig natte grond onderin de pot, en natte voeten zijn geen onverdeeld genoegen voor aglaonema’s. De voorkeur van deze planten om in een brede pot te staan is er daarentegen typisch één om te negeren. Dit zijn rasechte bodembedekkers, dus het is juist een goed idee om een niet te brede pot te kiezen om ze een beetje in het gareel te houden.
2.6 Snoeien

Sommige soorten Aglaonema vormen echt een stammetje. Dat is geen onverdeeld genoegen, want hoewel er opvallende en best decoratieve littekens op het stammetje achterblijven naarmate de plant uitgroeit en de oudere bladeren afvallen, kunnen ze er tegelijkertijd ook nogal slordig en slungelig uit beginnen te zien. Gelukkig kan een snoeimes in zo’n geval uitkomst bieden. De meeste soorten Aglaonema die een stammetje vormen reageren namelijk prima op een snoeibeurt.
Wees gerust een beetje doortastend bij het snoeien. Juist door flink diep terug te snoeien dwing je de plant om van onderaf of zelfs via worteluitlopers uit te lopen, zodat je een mooi bossig en compact resultaat krijgt. De afgesnoeide delen kun je vervolgens stekken, als je wilt. Zie voor de instructies het kopje Vermeerderen hieronder.
Bij aglaonema’s die geen stammetje vormen, is er veel minder onderhoud nodig. Je kunt deze namelijk eigenlijk niet snoeien. Een half afgeknipt blad sterft daarna volledig af. Haal wel zo nu en dan oude en verdorde bladeren weg om de plant fraai te houden. Wil je de plant kleiner maken, dan kun je hem verjongen door de kluit te delen. Dat bespreken we hieronder bij het kopje Vermeerderen in meer detail.
Let op: het sap in alle delen van deze kamerplanten bevat calciumoxalaatkristallen. Deze kleine kristalletjes zijn niet bijzonder giftig, maar doordat ze gevormd zijn als kleine naaldjes kunnen ze bij inslikken extreem ongemak veroorzaken. Was dus altijd je handen na het snoeien, of draag handschoenen.
2.7 Vermeerderen

Aglaonema’s laten zich zeer eenvoudig vermeerderen door de wortelkluit te delen. Je kunt de kluit gewoon met de hand in stukken scheuren, of eventueel een scherp mes of een schop gebruiken. Maak de stukken het liefste niet te klein. Bij soorten die een stammetje vormen is dat een vrij triviaal voorbehoud, maar laagblijvende bodembedekkers zijn iets lastiger. Meestal kun je wel afzonderlijke bladrozetten zien. Kies anders stukken met minstens vijf bladeren.
Pot elk stuk apart op in een andere, kleinere pot. Dit is ook dé manier om een oude, te groot geworden of lelijk uitgegroeide plant te verjongen (zie ook het kopje Snoeien hierboven).
Soorten met een stammetje kun je ook stekken middels een stengelstek. (Bladstekken zouden technisch gezien ook moeten kunnen aanslaan, maar de kans op succes achten we zeer laag.) Neem een stek van 10 tot 15 centimeter lengte, doop hem in wat stekpoeder en zet hem op een lichte, warme plaats in zaai- en stekgrond. Houd de grond altijd licht vochtig. Het kan een aantal weken duren voordat de stek bewortelt. Of doe nog eenvoudiger en zet de stek gewoon in een vaasje met water. Als zich eenmaal een flink bosje worteltjes heeft gevormd, kun je de stek overplaatsen in aarde.
Aglaonema-zaden (zie de afbeelding hierboven) zijn niet of nauwelijks te koop. Dat is echter niet heel betreurenswaardig, want zaaien is hooguit het overwegen waard voor de echte hobbyist. Net zoals veel andere tropische soorten hebben aglaonema’s veel warmte nodig om te ontkiemen – denk aan 25 graden bodemwarmte – en kan er veel tijd overheen gaan voordat de zaden ontkiemen. Bovendien duurt het daarna nog veel langer voordat je een beetje een plant van enig formaat hebt.
2.8 Bloeiwijze

Naar verluidt dankt de aglaonema zijn naam aan zijn ‘schitterende (meel)draden’, naar het Oudgriekse aglaos nēma. Dat is naar onze smaak misschien net een tikje overdreven. Naast de prachtige, heldergekleurde bladeren sneeuwt de bloeiwijze bij de meeste soorten namelijk nogal onder. Dat komt in de eerste plaats doordat de bloemen gewoonlijk relatief klein zijn. Daarnaast zijn het eenvoudigweg typische aronskelkbloemen: een simpele lichtgekleurde bloeikolf met een geelwit tot lichtgroen schutblad. Zie de afbeelding hierboven voor een goede illustratie daarvan.
Er zijn ook soorten waarbij het schutblad helderwit gekleurd is, of rozerood. Dat kan best fraai zijn, een beetje zoals een anthurium (flamingoplant) bloeit. Maar dan nog zul je niet snel iemand tegenkomen die aglaonema’s om hun bloemen houdt. Dat komt ook omdat ze in de huiskamer eigenlijk maar zelden bloeien. Zoals eerder gezegd houden deze planten het prima uit in de huiskamercultuur, maar als je het ze echt naar hun zin wilt maken moet je ze in een tropische kas zetten. Dan kunnen ze behoorlijk frequent bloeien.
Na de bloei kunnen zich besjes ontwikkelen, die in het begin groen zijn en daarna afhankelijk van de soort in vier tot zes maanden oranje tot helderrood afrijpen (zie de afbeelding bij het kopje Vermeerderen eerder in dit artikel). De vorming van deze besjes is zeldzaam in de huiskamer, onder andere omdat de bloemen een zeer hoge luchtvochtigheid vereisen om bevrucht te kunnen worden.
Je hoort overigens ook weleens de tip om de bloemen weg te knippen omdat de bloei de plant erg veel energie zou kosten. In onze ogen is dat een beetje merkwaardig advies. Dat zal namelijk alleen een probleem zijn als je aglaonema op sterven na dood is. Normaliter heeft de plant er reserves voor en zal hij hooguit wat minder snel dan normaal nieuwe bladeren aanmaken. Maar of dat nu voor de weinige keren dat ze überhaupt bloeien echt een probleem is…? Bovendien zijn de bloemetjes, zoals eerder gezegd, best aardig om te zien, en soms zelfs heel aantrekkelijk, vergelijkbaar met de bloeiwijze van een anthurium.
2.9 Ziektes en plagen

Soms krijgen deze planten last van spint. ’s Zomers wil een mals regenbuitje weleens helpen om de spint weg te spoelen. Ook kun je ze afspoelen onder de douche.
De oorzaak van spint bij Aglaonema is doorgaans te droge lucht. Wil je voorkomen dat de spint terugkeert, dan kan het te overwegen zijn om te proberen de luchtvochtigheid in de buurt van de plant op te krikken. Dat kan bijvoorbeeld via de waterschaal-in-waterschaal-methode; zie verder het kopje Standplaats eerder in dit artikel.
Naast van spint hebben aglaonema’s soms last van luis, en dan vooral van wolluis of van schild- of dopluis. Gebruik hiertegen een biologisch bestrijdingsmiddel volgens de aanwijzingen op de verpakking. Luis kan zijn kans grijpen als de plant het niet naar zijn zin heeft. Als de besmetting terugkomt, moet je ook even kijken of de standplaats wel goed is. Denk daarbij niet alleen aan de luchtvochtigheid. In tegenstelling tot veel andere kamerplanten kunnen aglaonema’s bijvoorbeeld ook te licht staan (!).
2.10 Overige tips bij de verzorging
De bladeren van aglaonema’s zijn fraai, opvallend en glanzen, bij sommige soorten zelfs bijzonder veel. Dat betekent helaas ook dat het echte stofvangers zijn. Een zomers regenbuitje kan wonderen doen. Je kunt ze ook onder de douche of de tuinslang zetten, maar let op: hard water kan lelijke vlekken maken, met name bij donkerbladige soorten.
3. Aglaonema kopen: waar moet je op letten en waar kan het?

Deze kamerplanten zijn algemeen verkrijgbaar. Je kunt Aglaonema kopen in tuincentra, maar ook op de groenafdeling van grotere supermarkten en zelfs bij de bloemist zie je ze weleens. Kies voor planten met mooie stevige bladeren, die goed rechtop staan.
Exemplaren die in een ander jaargetijde dan de zomer buiten worden aangeboden, kun je beter laten staan. Aglaonema’s zijn behoorlijk gevoelig voor kou. Zelfs als ze er bij de verkoper nog fraai bij staan, loop je een gerede kans dat ze eenmaal thuis binnen enkele dagen tot weken verwelken. Zoals we ook weleens schrijven: dergelijke planten hebben de houdbaarheid van een boeketje snijbloemen.
Zoek je een exemplaar voor een echte schaduwplek, kies dan niet voor een heel bonte soort. Hoe meer groen op de bladeren, hoe beter de plant tegen schaduw kan.
Het assortiment is zeker bij de beter gesorteerde tuincentra fors, maar als je echt iets speciaals zoekt, kan het lonen om ook online te kijken of je aglaonema’s kunt kopen. Let wel op dat verkopers er een handje van hebben om minder courante soorten direct te bestempelen als “zeer zeldzaam”, om vervolgens de prijs stevig te verhogen. Het kan lonen om zelf even te checken of een bepaalde variëteit wel daadwerkelijk zo bijzonder is.
Mocht je overwegen om een aglaonema te kopen, dan is het verstandig om rekening te houden met eventuele huisgenoten. Zoals we bij het kopje Snoeien eerder in dit artikel al kort aanstipten bevat het sap van deze kamerplanten calciumoxalaat. Dit is op zichzelf geen heel giftige stof, maar omdat het in dit geval aanwezig is in de vorm van kleine, scherpe naaldachtige kristallen kan het bij inslikken ernstig ongemak veroorzaken, zoals een extreem branderig gevoel en zwellingen. Daar hebben mensen last van, maar ook huisdieren zijn er gevoelig voor. Zet je aglaonema dus buiten bereik van kinderen, honden en katten.
Op dit artikel rust auteursrecht. Zonder onze toestemming is overnemen verboden.